Het orgel is gebouwd in 1980 door B. Koch en Zn onder advies van J. Zwart jr.
Het voormalige orgel (pneumatische tractuur met kegelladen) werd gesloopt. Dat instrument was gebouwd door de Gebr. Rohlfing te Osnabrück in 1927:

Hoofdwerk (C-g3)
Prestant 8
Bourdon 16
Holfluit 8
Dolce 8
Viola di Gamba 8
Octaaf 4
Roerfluit 4
Octaaf 2
Mixtuur 3 sterk
Trompet 8

Zwelwerk (C-g3)
Vioolprestant 8
Zachtgedekt 8
Aeoline 8
Voix Celeste 8
Fluittravers 4
Woudfluit 2

Pedaal (C-f1)
Contrabas 16
Subbas 16
Gedektbas 16 (transmissie Bourdon HW)
Octaafbas 8
Trompet 8 (transmissie HW)

Speelhulpen
Generaal Crescendo
4 vaste combinaties
Tremolo Holfluit

Koppels
Pedaal – Hoofdwerk
Pedaal – Zwelwerk
Hoofdwerk – Zwelwerk
Hoofdwerk – Zwelwerk suboctaaf
Hoofdwerk – Zwelwerk superoctaaf
Hoofdwerk superoctaaf
Zwelwerk superoctaaf

In 1999 werd het orgel gerenoveerd door Mense Ruiter Orgelmakers B.V. onder advies van de Vereniging van Gereformeerde Kerkorganisten. Een geheel nieuwe mechaniek, een nieuwe windvoorziening alsmede een nieuwe windlade voor het pedaal. Daarnaast een nieuwe Trompet geplaatst en de Dulciaan ingrijpend gewijzigd. De Prestant 8 van het Hoofdwerk kreeg nieuwe frontpijpen, de oude werden als Prestant 8 op het Pedaal geplaatst. Tenslotte volgde een volledige herintonatie. In 2015 is het oude pijpwerk van de Dulciaan 8 vervangen.