Module02

Architectuur

Bron
nl.wikipedia.org/wiki/Romaanse_architectuur

Bron
nl.wikipedia.org/wiki/Gotische_architectuur

Instrumenten (m.n. Middeleeuwen)

 

Geschiedenis

Jan Luth / Jan Pasveer / Jan Smelik – Het kerklied Een geschiedenis (2001)

geschiedeniskerklied

Aan de bijbelse opdracht ‘houdt dan de lofzang gaande’ is in de geschiedenis door de kerk op zeer gevarieerde wijze vormgegeven. Onder invloed van onder andere de muzikale cultuur en de theologie kreeg het kerklied steeds een andere vorm en plaats binnen de eredienst. Zo gaven de verschillende kerkelijke tradities binnen het christendom ieder hun eigen kleur aan het kerklied en op tal van momenten in de kerkgeschiedenis was het kerklied aanleiding tot felle conflicten.
In Het kerklied wordt een boeiend overzicht geboden van de geschiedenis en de verschillende vormen van het kerklied binnen de christelijke kerk van het Westen. Beginnend bij de Vroege Kerk beschrijven de auteurs de ontwikkeling van het kerklied in de (oud)katholieke, de anglicaanse, de lutherse en de calvinistische traditie tot op dit moment. Ook de kleinere stromingen en recente ontwikkelingen komen aan de orde. De auteurs plaatsen het beschreven kerklied steeds in de culturele en theologische context van de betreffende tijd. Het kerklied is een toegankelijk naslagwerk voor eenieder die zich wil verdiepen in de kerkmuziek.

Aan dit boek werden bijdragen geleverd door prof.dr. J.P. Boendermaker, P.H. Endedijk, drs. M.J.M. Hoondert, H. Jansen, dr. J.R. Luth, H. Mudde, J. Pasveer, dr. K. Ouwens, dr. J. Smelik, mgr.drs. J.W.M. Valkestijn en dr. A.M.J. Zijlstra.

 

G.E. Zevenbergen & J.R. Luth – Kleine geschiedenis van het kerklied (1982)

kleine_geschiedenis_van_het_kerklied

Dit boekje is bedoeld als allereerste inleiding in de geschiedenis van het kerklied, voor cantor-organisten van de Nederlands-Hervormde Kerk, hun collega’s van andere kerken en belangstellenden.
Het bestrijkt daarmee een gebied dat heel omvangrijk is en eigenlijk niet kan worden geïsoleerd van b.v. de kerkgeschiedenis, de muziekgeschiedenis, de praktijk van de gemeentezang (cantoraat), de algemene muziekleer en natuurlijk de liturgiek.
Toch is in dit boek getracht de geschiedenis van het kerklied enigszins uit het geheel los te weken en zelfstandig te bezien, in het bijzonder naar de melodie.
(…)
Een kerklied moet gezongen worden. Dat geldt ook bij de studie van het kerklied. Wij raden u aan om als volgt te werk te gaan bij ieder lied dat in dit boek aandacht krijgt:
a. tekst van het lied doorlezen en met eigen woorden weergeven;
b. melodie leren en nagaan hoe die moet worden uitgevoerd (tempo, rusten enz.);
c. het lied in zijn geheel zingen en op u te laten inwerken.
(…)
Deze kleine geschiedenis van het kerklied bestaat uit twee delen. Wij maken eerst een rondgang door de geschiedenis, waarna bepaalde aspecten daarvan in een tweede rondgang nader worden uitgewerkt. Door deze werkwijze hopen wij te bereiken dat men eerder een blik krijgt op het geheel.
Hoewel de titel van het boekje het woord “kerklied” bevat, hebben wij gemeend ook enige informatie te moeten geven over andere vormen van gemeentezang op dit moment. Het moet evenwel bij aanduidingen blijven.
In het aanhangsel vindt u een schematisch overzicht van de ontwikkeling van de melodie, voorzien van een toelichting. Een belangrijk gedeelte van het boek wordt in dit overzicht samengevat.
De vragen kunnen helpen bij de verwerking van het gebodene.
Tenslotte, veel succes! Wij hopen dat uw leer-inspanningen mogen leiden tot grotere zing- en musiceervreugde.

Bron
Uit de INLEIDING.

 

Otto Hamburg – Muziekgeschiedenis in voorbeelden (1987)

muziekgeschiedenis_in_voorbeelden

In navolging van enige kostbare buitenlandse uitgaven heeft de samensteller van deze muziekgeschiedenis in voorbeelden een bloemlezing van volledige korte stukken of uitvoerige fragmenten onder het bereik van iedere belangstellende gebracht. Na een enkel voorbeeld van de schaarse restanten uit de Griekse oudheid volgen het Gregoriaans en de meerstemmige zang- en instrumentale werken, die door de Middeleeuwen heen tot de Renaissance een geleidelijke ontwikkeling doormaken. Daarna zet hij zijn keuze voort tot rond het jaar 1800.

Men treft veel beroemde namen aan, van Adam de la Halle tot Palestrina, en verder via Schütz en Buxtehude tot Stamitz. De samensteller geeft tussendoor ook eens een specimen van minder bekende, maar toch belangwekkende composities, zoals een madrigaal van de Nederlander Cornelis Schuyt (16e/17e eeuw), een Intrade voor blazers van Johann Pezel (17e eeuw) of een kamerduet van Agostino Steffani (17e/18e eeuw).

Van de bekendste componisten uit die tijd tot 1800 – Bach, Haendel, Haydn, Mozart, Beethoven – zijn geen voorbeelden opgenomen, omdat hun werk gemakkelijk toegankelijk is.

 

R.G. Egberts / T. Goedhart / S. Groot – ORGELMUZIEK in historisch en liturgisch kader (1992)

orgelmuziek_in_historisch_en_liturgisch_kader

Syllabus betreffende het orgelrepertoire voor gebruik in de liturgie. Teksten en notenvoorbeelden wisselen elkaar af. Er worden veel repertoiresuggesties gedaan. Doelgroep: beginnende en gevorderde amateurorganisten.

M. Breij e.v.a. – Vocale kerkmuziek koormuziek in historisch en liturgisch kader (1997)

Vocale kerkmuziek - koormuziek in historisch en liturgisch kader