Improviseren
Hennie Schouten – Improviseren op het orgel (1972)
In de laatste decennia is in Nederlandse organistenkringen een groeiende belangstelling voor de improvisatiekunst merkbaar. Een belangstelling, die door improvisatieconcerten en improvisatiewedstrijden sterk wordt gestimuleerd.
Het spreekt vanzelf, dat een bijzondere begaafdheid de eerste voorwaarde is om zich in grote vormen op persoonlijke wijze te leren uiten. Zonder overdrijving kan gezegd worden, dat alleen die organisten improvisator kunnen worden, die het van huis uit al zijn.
Met deze constatering is het laatste woord over improvisatie echter niet gesproken. Want alle kerkorganisten worden zondag aan zondag met improvisatieproblemen geconfronteerd.
(…)
Maar wel moet elke kerkorganist in staat zijn een aan de liturgie ontleend muzikaal gegeven op eenvoudige, bondige en verantwoorde wijze te bewerken.
De bedoeling van deze handleiding is nu de aanstaande organisten te helpen om de techniek van de elementaire improvisatie te leren beheersen.
(…)
Bron
Aanhaling uit het WOORD VOORAF van H.S.
Bert Matter en Peter Molenaar – In goede harmonie (1985)
Werkboek voor het maken en spelen van koraalzettingen.
“Even de methode 8-5-3 bestuderen van Peter Molenaar en Bert Matter, zonder problemen kun je dan alle psalmen stijlbewust harmoniseren” (zegt een ervaringsdeskundige ergens op Internet)
Sietze de Vries – Harmoniseren (2001)
Een methode ter ondersteuning en bevordering van het improviseren in het orgelonderwijs.
Sietze de Vries heeft een methode ontwikkeld om het improvisatie-ambacht door te geven aan volgende generaties. Essentieel is daarbij dat het inwendige gehoor intensief gebruikt en ontwikkeld wordt. Pas als de inwendige klankvoorstelling geheel aanwezig is, kan er een eigen ‘muzikale taal’ gesproken worden. Deze methode vergt –net als literatuurstudie- veel tijd, studie en zelfdiscipline. Vanuit het harmoniseren worden er steeds meer vaardigheden ontwikkeld om muzikale gedachten om te zetten in klank. Om een goede controle over deze complexe materie te houden, is het belangrijk dat de voortgang in kleine stappen plaatsvindt. Pas na het beheersen van een eerste ‘bouwsteentje’, kan een volgend steentje er bovenop gestapeld worden en kom je uiteindelijk tot resultaten die niet door toeval, maar door eigen muzikaliteit aangestuurd worden. Het beheersen van een taal kent veel parallellen met deze aanpak, wat ook betekent dat improviseren op latere leeftijd te leren is, maar nooit een vloeiend gesproken ‘moedertaal’ zal worden. Maar iedereen kan het leren!
Bron
sietzedevries.nl/teaching/#improvisatieles